Of ze nog een lekkere buurtroddel weet?, vraag ik Danielle Guitoneau van Haarmode Guitoneau, gevestigd in winkelcentrum Seinhorst in Hilversum. Geen gekke vraag toch aan de kapper? Er verschijnt een brede lach op haar gezicht. ‘Wat hier gezegd wordt, blijft binnen deze vier muren’, luidt haar antwoord. Ze kan zo gauw niets bedenken, maar zo wel dan zou ze het me toch niet doorvertellen. Ze mag dan zwijgzaam zijn als het gaat om haar kappersgeheimen, des te uitbundiger spreekt ze over het succes van het winkelcentrum Seinhorst.
Ze runt niet alleen de kapperszaak van Seinhorst maar is ook secretaris van de winkeliersvereniging, een hechte club die vindt dat een winkelcentrum meer moet zijn dan alleen een verzameling winkels waar je je natje en droogje koopt. Neem bijvoorbeeld de jaarlijkse kinderkermis die steevast na de vakantieperiode wordt georganiseerd. ‘Het is vaak de eerste keer dat de buurtbewoners elkaar dan weer zien, een mooie gelegenheid om vakantie-ervaringen uit te wisselen’, zegt John Poortvliet, eigenaar van het bedrijf Winkelcentrumpromotie uit het Brabantse Rosmalen. Hij is door de winkeliers aangezocht om ze te helpen met het bedenken van plannen, het organiseren van evenementen en niet te vergeten het aanvragen van de nodige vergunningen.
Seinhorst
Winkelcentrum Seinhorst is het cement van de buurt, een ankerpunt voor de bewoners. Je loopt er gemakkelijk even binnen. De dienstverlening gaat veel verder dan de dagelijkse boodschappen. De buurtbewoners komen er graag, zo blijkt uit onderzoek en er is een prettige vorm van sociale controle. De klanten voelen zich gezien en dat is ook letterlijk zo. ‘Er passeert hier altijd een wat oudere man. We hebben hem enige tijd niet meer gezien en dan zoeken we toch uit of er iets aan de hand kan zijn’, noemt Danielle als voorbeeld.

De naam Seinhorst verwijst naar de roemruchte geschiedenis van de Nederlandse Seintoestellen Fabriek die zich in 1920 aan de Jan van der Heijdenstraat vestigde en professionele radiozenders voor de Nederlandse Marine, Luchtmacht en overzeese gebiedsdelen produceerde. Vanuit dit bedrijf vond op 21 juli 1923 de eerste Hilversumse radio-uitzending plaats, gepresenteerd door Willem Vogt. Het was het begin van het omroepbestel, zoals we dat nog steeds kennen. Het complex werd afgebroken en daarvoor in de plaats kwamen woningbouw en het winkelcentrum.
Levendigheid
Seinhorst straalt met zijn levendigheid, de moderne hoogbouw, en het hoofdkantoor van de regionale krant de Gooi- en Eemlander in de onmiddellijke omgeving, een eigentijdse stadse sfeer uit. Toch kan het gezelliger, zegt John Poortvliet. Een recent onderzoek wees uit waar de aantrekkingskracht verbeterd kan worden bv door meer groen, meer bankjes. En dan is er die allergrootste ergernis: 90 procent van de bezoekers komt met de fiets. Uit het onderzoek bleek dat vrijwel iedereen zich ergert aan het feit dat fietsen binnen het winkelcentrum wordt gedoogd. ‘Niemand wil het en iedereen doet het’. Zo typisch Nederlands!
De gemeente bleek gevoelig voor een aantal verbeteringsvoorstellen, ontwierp een plan dat (hopelijk) binnenkort met financiële steun van de winkeliersvereniging kan worden uitgevoerd. Er komt nu ook een fietsenstalling waarmee aan ergernis nr 1 een eind kan worden gemaakt. Over de samenwerking met de gemeente is hij positief, hoewel de lokale ondernemers met moeite wennen aan de lage snelheid waarmee de ambtelijke molens draaien. ‘Seinhorst is een winkelcentrum met de functie van een buurthuis’, vult Danielle aan. Het is een bewuste keuze van de winkeliers om deze taak met tal van activiteiten serieuze inhoud te geven.


Wie is op het idee gekomen om Seinhorst als buurtcentrum te profileren?John Poortvliet: ‘We hebben het met zijn allen bedacht maar het is gestimuleerd door het Stadsfonds. Doordat we voor onze ideeën een budget toegewezen kregen hebben we ze ook kunnen uitvoeren’.
Het is een positief punt dat het Stadsfonds, om een voorbeeld te noemen, niet investeert in stenen en lantaarnpalen maar vooral in projecten die ten goede komen aan de sfeer en het sociale klimaat waardoor indirect ook het economische klimaat wordt bevorderd. Die investering heeft merkbaar een positief effect, zo merken de winkeliers.
Danielle: ‘De mensen komen goedgemutst binnen. En ze komen graag terug. De activiteiten die we organiseren worden gewaardeerd’. Ze vindt het een goede keuze dat ondernemers in Seinhorst verplicht lid zijn van de winkeliersvereniging en de gezamenlijke activiteiten moeten steunen. Het kost overigens weinig moeite om die medewerking te krijgen, want vrijwel iedereen is overtuigd van het nut van samenwerking, de een misschien wat meer dan de ander. ‘Je moet altijd positief blijven’, vindt Danielle. ‘Gewoon doorgaan! Ook al trek je soms aan een dood paard’.
Er is op winkelgebied een grote concurrentie, zegt John Poortvliet, dus als winkelcentrum moet je wel iets doen om je te onderscheiden. Hij is positief over de rol van het Stadsfonds. Die is niet beperkt tot het geven van alleen maar geld, maar hij waardeert ook de actieve rol van de stadsfondsmanager bij het beoordelen en verbeteren van de plannen.
Communiceren, communiceren….
Het inhuren van externe krachten wordt door ondernemers soms gezien als ‘weggegooid’ geld, maar bij Seinhorst zijn ze blij met de expertise van Winkelcentrumpromotie. Alleen al het aanvragen van vergunningen voor evenementen is een vak apart. Dat gedoe vormt zo vaak een barrière tussen het hebben van een goed plan en het realiseren ervan en daardoor blijven veel goede ideeën onuitgevoerd in de kast. Danielle is uitermate tevreden over de samenwerking. John doet het praktische en uitvoerende werk zodat het bestuur van de winkeliersvereniging zich bezig kan houden met het uitstippelen van de grote lijnen en het onderhouden van contacten. Danielle: ‘Iedereen heeft een John nodig zeg ik altijd. We zijn ondernemers, we hebben niet zoveel tijd om het allemaal zelf te doen’.
Heeft Daniëlle nog een advies voor collega-ondernemers? ‘Communiceren, communiceren!: als je succes wilt hebben is goede communicatie het allerbelangrijkste’. ‘En altijd je motivatie vasthouden!’. Ze heeft ten aanzien van Seinhorst nog wel een wens: een horecazaak met een fijn terras zou het winkeliersgeluk compleet maken.

