Chantal Monsma is in samenwerking met Mayke Vaes van de welzijnsorganisatie Versa aangesteld als projectleider Noordoost, een van de zogenaamde trekkingsgebieden van het Stadsfonds. Dit is het gebied tegenover het Mediapark ter hoogte van het gelijknamige station. Het contrast met paradepaardjes als Gijsbrecht van Amstelstraat en Winkelcentrum Seinhorst is groot omdat de ontwikkelingen in Noordoost in de allereerste fase verkeren. Zal het lukken ondernemende mensen in beweging te brengen om de wijk op te fleuren?
Als ik het aan Chantal Monsma vraag, verschijnt er een brede glimlach en neemt het enthousiasme in haar stem toe. Het wordt een uitdaging, maar het is de moeite om het te proberen, vindt ze.
Noord mag gezelliger worden
Er zitten in de wijk met postcode 1222 AA t/m 1222 ZZ voornamelijk gezondheids- en welzijnsinstellingen, scholen en een klein winkelgebied met o.a. een cafetaria, apotheek en een vestiging van de Jumbo. Dertig procent van de bewoners heeft een migratieachtergrond. De welstandsverschillen zijn groot en er is overlast van luidruchtige jeugd. Vooral dat laatste vergt veel aandacht van de plaatselijke ondernemers. De overlast ontneemt klanten het plezier van winkelen. ‘De ondernemers voelen zich niet gehoord. Het gezelliger maken van het winkelgebied is een grote wens van de ondernemers’. Dat lukt alleen als de ondernemers zich verenigen en gaan samenwerken. Het opzetten van een ondernemersvereniging is dan ook een belangrijke prioriteit. ‘Er zijn zeker ook pluspunten te melden’, zegt Chantal: ‘Het wijkcentrum Lopes Dias loopt goed, bewoners zoeken elkaar daar op’.

Hoe staan de ondernemers tegenover het idee om de handen ineen te slaan? Chantal; ‘Dat is de vraag. De eerste gesprekken daarover zijn begonnen. Vooral Jumbo is actief in dat gebied. De supermarkt realiseert zich dat het bedrijf ook een sociale functie heeft en zich verantwoordelijk moet voelen voor de wijk en speelt dan ook een belangrijke rol in de verkennende gesprekken’.
Volop mogelijkheden voor verbetering
‘Het kan gezelliger gemaakt worden met sfeerverlichting. Die dingen aanpakken heeft alleen zin als er iets aan de veiligheid wordt gedaan. De ondernemers hebben niet het idee dat de gemeente hier genoeg aandacht voor heeft’
Wat kunnen de ondernemers daar zelf aan doen? ‘Er lopen projecten, maar resultaten blijven nog uit. Klanten worden lastiggevallen. In de snackbar zijn jongeren alleen nog welkom om te bestellen, daarna moeten ze wegwezen. Er is groepsvorming en brutaal gedrag. Als je het gezelliger maakt, is er ook al sneller een gevoel van veiligheid. Het is een wisselwerking’.
Hebben de ondernemers gelijk als ze zeggen dat ze niet gehoord worden? ‘Ja, ze hebben gelijk. Buiten deze wijk bestaat vaak geen idee wat hier omgaat. De ondernemers vinden dat de politie niet goed genoeg reageert. Een grotere betrokkenheid zou al een groot verschil maken’.
Van elkaar leren
De wijk Noord(oost) kent naar verhouding veel ondernemers met een migratieachtergrond. Dat maakt samenwerken ingewikkelder omdat er andere omgangsvormen gelden en er een sterke gerichtheid is op de eigen kring.
Maar de gevarieerde samenstelling van de wijk heeft ook grote voordelen. ‘Uit die verschillende gewoontes en visies valt ook heel wat te leren van elkaar’. Samenwerken met zelfstandige ondernemers is sowieso geen sinecure weet Chantal Monsma uit eigen ondervinding. ‘Ze zijn best wel eigenwijs’, zegt ze. ‘Ze wijken niet zo gemakkelijk af van hun eigen gezichtspunten’.
Ze vertrouwt op haar eigen ervaringen met de ontwikkeling van de Gijsbrecht van Amstel (Chantal had er jarenlang een kinderkledingwinkel en had zitting in het bestuur van de winkeliersvereniging). ‘Je kunt hard aan de kar trekken: eerst moet je de ondernemers over de drempel krijgen en dan moeten ze de voordelen van samenwerking zien. Dat je een potje met geld hebt betekent dat de boel gaat rollen’. Door de activiteiten van het Stadsfonds is er in de loop van de jaren een netwerk van deskundigen ontstaan, waardoor de kennis die bij het ene project wordt opgedaan, ook gemakkelijk op een andere plek ingezet kan worden. Daardoor komen de ontwikkelingen in een versnelling en dat geeft het vertrouwen dat ook dit stadsfondsgebied Noordoost tot leven zal komen.
Contact is alles
Mayke Vaes is opbouwwerker bij Versa Welzijn. Ze is razend enthousiast over de samenwerking met Chantal. Dat er vanuit het Stadsfonds extra geld beschikbaar kwam heeft de positieve ontwikkelingen in de wijk in een stroomversnelling gebracht.
‘Contact is alles’, zegt Mayke als ik haar bel. Neem het probleem van de rondhangende jongeren. Bij het aanpakken daarvan is de rol van de ouders cruciaal. Die betrokkenheid van de ouders viel aanvankelijk nogal tegen, maar het contact is verbeterd sinds buurtbewoners elkaar bij activiteiten tegenkomen.
Er is door al die activiteiten meer energie in de wijk gekomen als een van de eerste merkbare veranderingen. Ze noemt haar werk ‘super tof’ maar het vraagt ook behoorlijk wat tijd. Met het geld van het Stadsfonds kon projectleider Chantal aan het werk waardoor er sneller nog resultaten bereikt worden.
Wat is de meerwaarde van de samenwerking? Versa is gericht op het vormen en ondersteunen van sociale netwerken in de wijk. Chantal Monsma kijkt vooral ook naar het belang van de economische ondernemers. Daaruit zijn verschillende activiteiten voortgekomen. Mayke: ‘Een van de successen is ‘Buurten bij de Berlage’, een grasveldje naast de Berlage-vijver. Ik was aangenaam verrast door de grote deelname van de scholen. We wilden een tuintje aanleggen, maar het werd een workshop poëzie. Ouders en kinderen vonden het een tof initiatief. De kinderen waren trots dat ze in een boekje kwamen en mochten optreden’.




Wat ziet Chantal als toegevoegde waarde van de samenwerking met Versa? ‘Het is van belang dat de ondernemers een band met de buurt en de bewoners krijgen. Winkels hebben een belangrijke sociale functie. Ondernemers realiseren zich dat niet altijd voldoende. Ze haken nu meer-en-meer aan bij Versa dat samen met Jumbo bijvoorbeeld de buurtbarbecue organiseert’.
Heeft ze nog een advies? ‘In deze buurten weten nog te weinig mensen welke steun ze van het Stadsfonds kunnen krijgen’.
Mist ze het ondernemen nu ze haar winkel heeft afgestoten? ‘Nee, ik onderneem nog steeds maar nu op een ander vlak’.
Gaat het in Noordoost lukken? ‘Ik ga er mijn tanden in zetten’, zegt ze. Haar blik verraadt strijdlust.