‘Met één woord, trots, ik voel me ongelooflijk trots’. Horecaondernemer Frank Loois van de Gulle Graef hoeft er niet lang over te denken als hem gevraagd wordt wat er door hem heen gaat als hij door Hilversum rijdt. ‘Als je het zo vraagt krijg ik kippenvel op mijn armen’, zegt hij.
Het onderwerp van zijn trots zijn de vele tenten die in Hilversum vorige week in aanloop naar 1 juni -de heropening van de horeca- plotseling als paddenstoelen uit de grond rezen. Dezelfde tenten, met dezelfde routebordjes en dezelfde uitstraling, overal in de stad. Ze staan bij zo’n veertig horecaondernemingen en ze zijn bedoeld om de 1,5-meter economie handen en voeten te geven. Dankzij die tenten kunnen horecabedrijven hun capaciteit iets opvijzelen en dat helpt bij het overwinnen van de enorme financiële uitdagingen waarvoor de Hilversumse bedrijven zich geplaatst zien nu ze maanden omzet zijn misgelopen door de lockdown.
De oplossing die Frank Loois en zijn collega’s hebben bedacht vertoont opvallende kenmerken. Overal staan dezelfde tenten, het plan is in een razend tempo bedacht en in grote onderlinge solidariteit gerealiseerd. Eerlijk is eerlijk: er was in de horeca in de mediastad vergeleken met andere steden al een intensieve vorm van samenwerking. ‘Maar dit is werkelijk ongekend’, zegt Frank Loois.
Hoe belangrijk was de bijdrage van het Stadsfonds?
Hij voegt eraan toe dat de financiële impuls die het Stadsfonds heeft gegeven aan dit idee van doorslaggevende betekenis is. Veel ondernemers konden deze investering niet zelf doen, ze staan met hun rug tegen de muur. Het heeft veel horecaondernemers over de grens getrokken, zegt hij. Het tenten-plan vergt een behoorlijke investering waar veel ondernemers stevig tegen aanhikken omdat ze financieel zijn verzwakt. Dat de bedrijfstak overleeft is een collectief belang, zegt hij. Gaan er café’s en eetgelegenheden failliet dan zal dat flinke gaten in de stad slaan. Dankzij deze gezamenlijke inspanning lukt het mogelijk om de crisis te overleven. ‘Haal ik op deze manier tachtig procent van de omzet dan helpt dat enorm om de problemen te boven te komen’, aldus Frank, zelf eigenaar van De Gulle Graef.
Hoe is deze gezamenlijke krachtsinspanning ontstaan?
Van de gemeente kregen we het signaal dat overal initiatieven werden bedacht om de capaciteit van horecagelegenheden tijdelijk uit te breiden. Vaak waren het dezelfde ideeën die op verschillende plaatsen werden geboren. Zo ontstond het initiatief om de handen ineen te slaan. De stad met dezelfde tenten een uniform aanzien geven leek niet alleen uit esthetisch oogpunt de voorkeur te verdienen. Maar door zaken te doen met een bedrijf dat ervaring heeft met het bouwen van tenten in de stad kon ook de vergunningenprocedure soepel en snel verlopen. De samenwerking bleek een win-win-situatie op te leveren.
Frank Loois is laaiend enthousiast over het resultaat: ‘Ik had niet durven dromen dat het zo mooi zou zijn’. Enthousiast is hij niet alleen over de manier waarop horeca Hilversum samen optrekt en over de snelle steun van Het Stadsfonds dat een flinke investering deed, maar ook over de medewerking van de gemeente.
Welk advies heeft hij voor andere ondernemers?
Het initiatief inspireert ook andere ondernemers. Er kwam al een verzoek van sportscholen om mee te kunnen doen aan dit tentenplan. Frank Loois heeft ze geadviseerd om in onderlinge samenwerking een eigen idee te ontwikkelen. ‘Kom met een goed plan’, zegt hij. ‘Het is moeilijk voor branches om zich te verenigen. Vaak zoekt een ondernemer een oplossing toch bij zichzelf’. Maar deze tijd vraagt om onorthodoxe stappen, vindt hij. ‘Zoek de samenwerking en stap over individuele belangen heen. Als je wilt zegevieren dan moet je je verenigen’, luidt zijn advies aan ondernemend Hilversum.