Ingrid Geul heeft nog levendige herinneringen aan een van de eerste gesprekken die ze tien jaar geleden in haar nieuwe functie als Stadsfondsmanager voerde met bestuursleden van de ondernemersvereniging van de Havenstraat. ‘Ze zaten achterovergeleund met zo’n houding van ‘kom maar op meisje’. Het was duidelijk dat ze dachten ‘daar komt weer zo’n tuthola van de gemeente met mooie beloften’. Dat was het begin, zegt ze. ’Ik dacht: zóóóó. Wat gebeurt hier? Maar kijk nu eens naar de Havenstraat: het bruist er inmiddels van de ideeën en daar ben ik ongelooflijk trots op’.

Ik interview haar omdat het Stadsfonds Hilversum deze maand (februari 2025) tien jaar bestaat. In 2015 opgericht als initiatief van Hilversumse ondernemers die een meerderheid van hun collega’s zover hadden gekregen om een kleine opslag op de Onroerend Zaakbelasting op hun bedrijfspanden te accepteren en jaarlijks in een fonds te storten. Het geld was bedoeld om meer economische en maatschappelijke levendigheid in Hilversum te krijgen.
De gemeente ging akkoord met het idee, incasseerde het geld, legde er ieder jaar zo’n 100.000 euro subsidie bij. Het Stadsfonds was een feit!
Er kwam een bestuur (louter vrijwilligers), dat vanaf dat moment jaarlijks zo’n kleine miljoen euro terugploegde naar de ondernemers die de handen ineen wisten te slaan en met mooie plannen op de proppen kwamen. Zo is de afgelopen tien jaar, verdeeld over diverse gebieden, tegen de 10 miljoen euro geïnvesteerd in evenementen en samenwerkingsprojecten.

Ter gelegenheid van het jubileum sprak ik, Ton Verlind, behalve met Stadsfondsmanager Ingrid Geul, met tien Hilversumse ondernemers die ervaring hebben met het Stadsfonds. Ze zijn het er unaniem over eens dat dankzij die investeringen Hilversum een leukere stad is geworden. Een van hen, een ondernemer op het bedrijventerrein Zuidwest, is zelfs zo enthousiast dat hij de organisatievorm van dit Stadsfonds aanbeveelt bij alle gemeentes die iets dergelijks overwegen.

‘Ik begreep die ondernemers wel’

Terug naar het begin, toen Ingrid Geul binnenstapte bij dat gezelschap gereserveerde ondernemers. ‘Ik begreep ze wel’, zegt ze. ‘Ze hadden al jarenlang ideeën geopperd, waarover de gemeente steeds heel enthousiast was. Maar als het erop aankwam was er nooit geld. Het is sneu dat je elke keer het deksel op je neus krijgt. Op een gegeven moment denk je dan: ja, doeiiii!!! En dan komt er ineens zo’n tuthola die zegt dat ze geld heeft. Dan wil je dat eerst zien en dan pas geloven’. Ondernemers moesten niet alleen wennen aan het idee dat er geld beschikbaar kwam voor tal van evenementen, maar ook aan de snelheid van besluitvorming. ‘We zijn een ondernemersfonds, géén lange verhalen. Bambambam…, snel handelen’, aldus Ingrid. Toen de ondernemers van de Havenstraat in de gaten hadden dat er echt wat kon, brak langzaam het ijs. ‘Ze kregen vertrouwen nadat hun aanvragen werden goedgekeurd’, zegt Ingrid. ‘En het enthousiasme nam toe toen projecten ook bleken te lukken’.

Stadsfonds geen verlengstuk van de gemeente

In de beginjaren was er wel vaak nog het misverstand dat het Stadsfonds werd gezien als een verlengstuk van de gemeente. En hoe goed ambtenaren ook hun best doen, gemeente is toch vaak synoniem met stroperige besluitvorming. ‘Het Stadsfonds staat helemaal op eigen benen. Het is een zelfstandige entiteit met een eigen bestuur en kent maar één groot belang: dat is het steunen van initiatiefnemers met goede plannen die aan onze voorwaarden voldoen en zo een bijdrage leveren aan het versterken van het economische of maatschappelijke klimaat.

We geven géén subsidie. Je moet elk jaar opnieuw vechten voor je potje met geld. Het is een bijdrage die alleen gegeven wordt als er ook andere inkomsten zijn. Elk jaar opnieuw moeten initiatiefnemers laten zien dat ze in staat zijn te vernieuwen en stappen vooruit te zetten’.

Februari 2015, de start van Stadsfonds Hilversum

Fouten maken mag

Vaak ook is het een kwestie van proberen en fouten maken. Dat mag! ‘Het Mediapark had er eerst moeite mee om zijn draai te vinden’. Er kwamen veel voorstellen, zonder onderlinge samenhang. Investeren in bijenkasten is sympathiek, maar wat heeft dat te maken met het versterken van Hilversum als mediastad? ‘Ze hebben zelf gemerkt dat dit niet werkte’, aldus Ingrid. Inmiddels ligt er rond het mediapark een ijzersterk concept in de vorm van de Media Campus NL met ambities die vergelijkbaar zijn met wat bijvoorbeeld in Manchester is gerealiseerd. Het Stadsfonds hielp met het leggen van een stevig fundament door de achterliggende jaren te investeren in de Dutch Mediaweek die inmiddels landelijke bekendheid heeft.

Geheide successen zijn het pimpen van de Gijsbrecht van Amstelstraat als winkelgebied en het bedrijventerrein Zuidwest. ‘Het bestuur van de Gijsbrecht hield zich in het begin alleen bezig met de eigen straat. Maar ze vervullen met hun activiteiten een functie voor een groot gebied. Door potjes van andere gebieden samen te voegen met de Gijsbrecht ontstond er een krachtige organisatie die professionals kon inschakelen en onderzoek kon doen om het concept rond de Gijsbrecht sterk te verbeteren en uit te voeren’, aldus Ingrid. Een vergelijkbaar proces vond plaats in Zuidwest, waar geld werd gereserveerd om cameratoezicht te introduceren en de ondernemersvereniging te versterken. Het bedrijventerrein knapte er zienderogen van op. ‘Alle ondernemers in dat gebied willen daar nu lid zijn van die vereniging’. Ze lopen over van de plannen.

Iconische projecten

Dankzij een bijdrage van het Stadsfonds lukte het ook om iconische projecten naar Hilversum te halen, zoals de uitreiking van de Zilveren Camera, een prestigieuze activiteit, gericht op fotojournalistiek.

Ook ‘Live 2000” mag gerekend worden tot een van de belangrijke initiatieven. Ingrid Geul; ‘Het lukte maar niet om aansluiting te vinden bij het Top 2000 Café, omdat de NPO de boot afhield. De Vorstin, Hilversum Marketing en lokale ondernemers hebben in dezelfde periode een grote tent met een uitstekende programmering op het marktplein geplaatst met een waanzinnig goede programmering. Nu denkt iedereen: daar willen we heen, ook omdat de horeca diners aanbiedt voor 2000 cent en winkels speciale aanbiedingen hebben. Zo zijn de initiatiefnemers erin geslaagd om bezoekers die vanuit het hele land naar het Top2000 café van Radio 2 komen, langer in Hilversum te houden. Daarvan profiteren de hele horeca en de detailhandel’.

Wanneer kom je in aanmerking voor een bijdrage?
‘Er gelden slechts een paar voorwaarden voor het toekennen van geld: het moet gaan om samenwerkingsprojecten waarbij verschillende instanties en bedrijven de handen ineenslaan en de aanvrager moet onroerend zaak belastingbetaler zijn op een bedrijfspand En het geld moet een concrete bestemming hebben, dus niet verdampen in bureaucratie. Niet alleen ondernemers kunnen een beroep doen op het Stadsfonds, ook sportverenigingen, welzijnsorganisaties en culturele instellingen en het allermooiste is het als die verschillende disciplines samenwerken en zo zorgen voor verbinding’.

Wat is er in de tien jaar van het bestaan veranderd?
‘In het begin kregen we veel aanvragen voor zelfstandige evenementjes. Inmiddels zijn veel stadsfondsgebieden zichzelf goed gaan organiseren. Er zijn ondernemersverenigingen ontstaan die jaarplannen maken. Daarin geven ze aan welk doel ze in hun gebied nastreven. De activiteiten die ze organiseren moeten in dat doel passen. Aan het begin van het jaar worden de jaarplannen aan het Stadsfondsbestuur gepresenteerd. Worden ze goedgekeurd dan wordt er een totaalbedrag ter beschikking gesteld en hoeft niet voor elke afzonderlijke activiteit geld te worden aangevraagd. Zo ontstaan er per stadsfondsgebied regionale besturen met een grote mate van zelfstandigheid, een ontwikkeling die vanuit het bestuur sterk is gestimuleerd’

Bestaat zo niet het risico dat het Stadsfonds zich overbodig maakt en straks niet meer is dan een geldloket?
‘Bepaalde gebieden kunnen zich nooit op die manier organiseren, omdat ze te groot of versnipperd zijn. Bovendien is het niet alleen een kwestie van uitdelen van geld. We hebben óók een belangrijke verbindende rol: projecten en mensen aan elkaar knopen, ervoor zorgen dat niet steeds opnieuw het wiel wordt uitgevonden. Het Stadsfonds is bovendien een belangrijke gesprekspartner met de gemeente. Deze rol van het Stadsfonds blijft bestaan’

Wat zijn de doelen voor de komende tien jaar?

‘De afgelopen tien jaar heeft de economische vooruitgang van Hilversum bovenaan gestaan. Ik zou die visie willen verbreden. Het moet niet alleen gaan om geld verdienen, maar ook om het leveren van een bijdrage aan het welzijn van de mensen, zodat ze het prettig vinden om hier te werken, te verblijven en te ondernemen.

Het zou zo moeten zijn dat je als kind hier opgroeit in een prettige sfeer, op een school die samenwerkt met andere instellingen en leuke projecten organiseert waar ook geld voor is. (Hierbij betekent geld niet alleen een financiële bijdrage, maar ook gemeenschappelijke energie, liefde en daadkracht. Want zonder de tomeloze inzet van ondernemende mensen gebeurt er niks.)
Je vertrekt, je gaat later trouwen, krijgt kinderen en je vraagt je af: waar zal ik gaan wonen. En je beslist: ik ga terug naar Hilversum, want daar is geld om te experimenteren. Dan hebben we veel gewonnen’.

Wat zijn in dit verhaal de succesfactoren?

  • Wees nieuwsgierig,

    • naar de (ondernemende) mensen om je heen,
    • naar innovatie
  • Denk SMART (een methode om doelstellingen te formuleren die Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden zijn.) Het helpt je bij het stellen van doelen die duidelijk en haalbaar zijn.

  • Een project alleen uitvoeren gaat sneller, maar gezamenlijk kom je verder.

  • Zorg ook voor andere inkomsten, zodat je je niet afhankelijk maakt van één sponsor.

  • Wacht niet met je stadsfondsaanvraag tot je goedkeuring hebt van de gemeente, want dan bestaat de kans dat je te laat bent.

Tekst: Ton Verlind
Fotografie: Ilona Hartensveld